Energie duurder ondanks verlaging energiebelasting
In januari was energie (elektriciteit, gas en stadsverwarming) bijna 90 procent duurder dan een jaar eerder. In december was de prijsstijging op jaarbasis 75 procent. De bijdrage van energie aan de totale inflatie van 6,4 procent in januari was ruim 3 procentpunt. Het kabinet heeft maatregelen genomen om de stijging van de energierekening te verminderen. Het betreft tijdelijke maatregelen voor 2022. De heffingskorting op de energierekening is verhoogd en het belastingtarief op elektriciteit werd verlaagd. Op 18 februari publiceert het CBS een uitgebreid artikel over de energierekening. Ondanks de verlaging van de energiebelasting nam de prijsstijging op jaarbasis van energie toe. Dit komt doordat de variabele leveringstarieven van energie in januari verder stegen.
Duurdere voeding
De prijsontwikkeling van voedingsmiddelen had ook een opwaarts effect op de inflatie. Voedingsmiddelen waren in januari 4,3 procent duurder dan een jaar eerder, in december was dit 2,6 procent. Bij vrijwel alle soorten voedingsmiddelen was de prijsstijging op jaarbasis in januari hoger dan in december. Brood, kaas en kwark hadden de grootste bijdrage aan deze ontwikkeling. De prijsontwikkeling van kleding en schoenen drukte daarentegen de inflatie. In januari bedroeg de stijging 3,5 procent, een maand eerder was dit 5,3 procent.
Verschil inflatie Nederland en eurozone loopt verder op
Naast de consumentenprijsindex (CPI) berekent het CBS ook de Europees geharmoniseerde consumentenprijsindex (HICP). Consumentengoederen en –diensten in Nederland waren volgens de HICP in januari 7,6 procent duurder dan een jaar eerder, in december was dat 6,4 procent. De inflatie in de eurozone nam volgens voorlopige cijfers toe van 5,0 procent in december naar 5,1 procent in januari. Het verschil tussen de inflatie in Nederland en de eurozone is na december 2001 niet zo groot geweest. De HICP wordt volgens de Europees geharmoniseerde methode berekend zodat deze kan worden vergeleken met andere lidstaten van de Europese Unie. De prijsindexcijfers voor de eurozone en de Europese Unie als geheel worden berekend uit de HICP’s van de afzonderlijke lidstaten. De Europese Centrale Bank (ECB) gebruikt deze cijfers voor het monetaire beleid. Het belangrijkste conceptuele verschil tussen de CPI en de HICP voor Nederland is dat de HICP in tegenstelling tot de CPI geen rekening houdt met de kosten van het wonen in de eigen woning. In de CPI worden deze kosten berekend aan de hand van de ontwikkeling van woninghuren.
Implicaties coronacrisis op de berekening van de inflatie
Door de overheidsmaatregelen in verband met de coronacrisis zijn sommige diensten na maart 2020 niet of beperkt beschikbaar geweest. In januari 2022 betrof dit bijvoorbeeld een bezoek aan de horeca. Hierdoor zijn voor een deel van deze diensten geen transacties geweest waarvan de prijzen gemeten konden worden. In aansluiting op de richtlijnen van Eurostat heeft het CBS per situatie gekozen voor de meest passende schattingsmethode. De artikelgroepen waarbinnen prijzen geschat moesten worden in verband met corona maken in januari circa 2 procent uit van de consumptieve bestedingen. In een notitie worden alle keuzes toegelicht en in een maatwerktabel wordt aangegeven per artikelgroep of er een schatting is gemaakt. Bron: CBS
Voor vragen, meer informatie of andere zaken kunt u per mail contact opnemen. Voor het inleveren van artikelen of foto’s voor de thema “Uit de oude doos” kunt u ook het mail adres gebruiken.
Mail: info@ouderenbelangen.nl