Gepensioneerden moeten goed opletten met belastingen. Er zijn twee knelpunten: wie naast AOW ander pensioen krijgt, betaalt vaak te weinig inkomstenbelasting. Het jaar daarop krijgt hij dan onverwacht een navordering. Het tweede probleem is de ouderenkorting. Deze fiscale tegemoetkoming voor AOW’ers valt soms laag uit als je geen actie onderneemt.
Allereerst de navordering van inkomstenbelasting voor gepensioneerden. Iedere AOW'er kan hiermee geconfronteerd worden. Als iemand inkomen krijgt, houdt de werkgever of uitkeringsinstantie precies de loonbelasting in die hoort bij dat inkomen. Als hij meerdere inkomsten, zoals AOW en pensioen, heeft, gaat het fout. In het progressieve Nederlandse belastingstelsel word je zwaarder belast naarmate het inkomen hoger is. De AOW is vaak zo laag dat er niet veel loonbelasting ingehouden wordt. De gepensioneerde betaalt daardoor te weinig belasting als hij ook nog andere inkomsten heeft.
Ook bij het berekenen van de algemene heffingskorting gaat het fout. Dat is een korting van maximaal €1145 op de verschuldigde inkomstenbelasting. De korting is inkomensafhankelijk en wordt steeds lager vanaf een inkomen van ongeveer twintig mille. De korting daalt naar nul vanaf een inkomen van €66.417. In 2016 daalt de algemene heffingskorting sneller dan voorheen. De belastingbetaler zal dus volgend jaar nog meer moeten terugbetalen dan dit jaar.
Vraag bij de Belastingdienst zo vroeg mogelijk in het jaar een voorlopige aanslag aan. Dat kan op uw persoonlijke pagina op mijn.belastingdienst.nl of via de BelastingTelefoon (0800-0543). U gaat de belasting dan gespreid over het jaar betalen en krijgt geen onverwachte aanslag meer in het jaar daarop.
De Belastingdienst corrigeert niet automatisch het inkomen als u eenmaal AOW krijgt. U moet er dus zelf achteraan. U kunt de Sociale Verzekeringsbank (svb.nl) en het pensioenfonds ook vragen rekening te houden met andere inkomen.
Let ook op de ouderenkorting. Zodra het inkomen hoger is dan €35.949, daalt de ouderenkorting in één klap van €1187 naar €70. U kunt dan beter voor het einde van het jaar een schenking aan een goed doel doen, want de Belastingdienst verlaagt het inkomen met deze aftrekpost.
Waarom volhardt de Belastingdienst in dergelijke rigide grenzen die de belastingbetaler in de verleiding brengt om te gaan ‘knoeien’? Dat is een politieke keuze van de overheid. Mensen met een lager inkomen hebben daardoor meer te besteden, want zij krijgen €1187 korting op de inkomstenbelasting ongeacht hun inkomen (zolang dat maar lager is dan €35.949). Dat is een harde grens. Bij een glijdende schaal – dus minder ouderenkorting naarmate het inkomen stijgt – zou het voordeel voor de AOW'er onder die harde grens van €35.949 kleiner worden en/ of zou de Belastingdienst duurder uit zijn. Blijkbaar wegen die argumenten zwaarder dan het nadeel van sturing door de creatieve belastingbetaler.
Een ander probleem is dat de ouderenkorting bij mensen met een laag inkomen verdampt. Zo komt iemand met alleen AOW al snel in de situatie dat de algemene heffingskorting en de ouderenkorting samen hoger zijn dan het bedrag van de verschuldigde belasting. Het meerdere wordt dan niet uitbetaald, ook al betaalt de partner wel belasting.
De ouderenkorting wordt niet uitbetaald als de eigen belasting niet voldoende is om mee te verrekenen. Dat is een vreemde situatie. De enige oplossing is dat de belastingbetalende partner belastbaar vermogen toedeelt aan zijn partner, zodat die de ouderenkorting wel volledig kan benutten. Als er te weinig vermogen is, kan dat dus niet. De vermogende AOW’ers zijn dus beter af, omdat hier de partner met een laag inkomen zijn ouderenkorting kan verzilveren. Dat is alleen op te lossen als de politiek hier iets aan doet.
Voor vragen, meer informatie of andere zaken kunt u per mail contact opnemen. Voor het inleveren van artikelen of foto’s voor de thema “Uit de oude doos” kunt u ook het mail adres gebruiken.
Mail: info@ouderenbelangen.nl